BHOS-notitie: Focus op wat nodig is voor meer gelijkheid en minder armoede
Vrijdag jl. deelde Minister Schreinemacher haar langverwachte beleidsnotitie ‘Doen waar Nederland goed in is’ met de Tweede Kamer. CARE Nederland is blij dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking groeit richting de 0,7 procent van het BNI, met o.a. meer geld voor klimaatactie en noodhulp. In de notitie zou de ontwikkeling van de allerarmsten en het bereiken van fragiele contexten centraal moeten staan. Maar met de grotere focus op publiek-private samenwerking is de koers verlegd richting aanbodgestuurde hulp. De minister neemt hiermee een groot risico: de recente kritische evaluatie van het IOB over het samenbrengen van hulp en handel toonde aan dat er nauwelijks goede voorbeelden zijn van ontwikkelingsresultaten daarvan.
Gelijkheid tussen mannen en vrouwen
Met de onlangs aangekondigde inzet op een feministisch Nederlands buitenlandbeleid, maakt de Minister met deze notitie een gemengde indruk als het gaat om gender equality. Het is goed om te lezen dat gender equality als integraal onderdeel van het beleid wordt gezien. Ook is het lovenswaardig dat een ‘reality check’ op mogelijke negatieve effecten van beleid voor vrouwen zal worden ingebouwd. De notitie lijkt echter op sommige punten vrouwen meer te zien als slachtoffer, mensen die beschermd moeten worden, of die kunnen bijdragen aan het verdienmodel van Nederland, en minder als cruciale ‘agents of change’. Zo wordt gender mainstreaming uitgelegd als ‘rekening houden met vrouwen’ in plaats van het ‘versterken van gelijkheid tussen mannen en vrouwen’ in alle activiteiten. Daarnaast ontbreekt op een aantal punten de rol van vrouwen, zoals bij humanitaire hulp en de stem van vrouwen in vredesprocessen. CARE hoopt dat het aangekondigde Feministisch Buitenlandbeleid met een stevige inzet op gendergelijkheid de notitie BuHa-OS een steun in de rug zal geven.
Focus met klimaatfinanciering op de mensen die dit het hardst nodig hebben
Het kabinet verhoogt het budget voor klimaatfinanciering, maar dit blijft – tegen internationale afspraken in – onderdeel van het ontwikkelingsbudget. Daarmee betalen de alleramsten de klimaatrekening. Ook komt de nadrukkelijke inzet op publiek-private klimaatactie deze groep niet ten goede. De helft van de toegezegde Nederlandse klimaatfinanciering is privaat geld dat met publiek geld gemobiliseerd wordt. Private investeringen gaan doorgaans naar plekken waar winst te behalen is. De mensen die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering en hun behoeften worden hier nauwelijks mee bereikt. Als trekker op klimaatadaptatie moet Nederland meer ambitie tonen en schaarse publieke middelen richten op duurzame adaptatieprogramma’s die door lokale (vrouwen)organisaties zijn gedragen. We hopen dat terug te zien in de verwachte internationale klimaatstrategie. Ook is het tijd dat Nederland een actieve en positieve positie inneemt over de financiering van klimaatschade. Een urgent thema voor ontwikkelingslanden waarover de nota stil blijft.
Bij het aanpakken van ongelijkheid en uitsluiting gaat het om het versterken van de stem van burgers, met name de stem van de grootste groepen die zich buitengesloten voelen: vrouwen, jongeren en minderheden.
Fragiele gebieden: focus op de grondoorzaken van armoede en fragiliteit
Het is te loven dat Nederland het zich niet makkelijk maakt door de inzet deels te richten op de meest arme en fragiele landen. Dit is mede gebaseerd op de constatering dat extreme armoede zich steeds meer in deze gebieden zal concentreren. De notitie bevat een speciale werkwijze voor fragiele gebieden. Het eerste punt van die werkwijze is gericht op adaptieve programmering maar benadrukt ook de risico’s en benoemt een noodzaak tot hoge mate van monitoring. Hierbij is van belang dat de druk om risico’s te beheersen niet resulteert in hoge drempels waar lokale organisaties niet overheen kunnen komen. Een inclusieve aanpak die lokaal gedragen is, is juist in fragiele contexten van groot belang.
Verder ontbreekt een heldere strategie voor het werk aan vrede, veiligheid en stabiliteit, terwijl dat de basisvoorwaarden voor de bestrijding van armoede zijn. De kern van zo’n strategie zou de belangrijkste oorzaken van instabiliteit en fragiliteit moeten aanpakken: ongelijke verdeling van welvaart en uitsluiting door ongelijke machtsverhoudingen. Bij het aanpakken van ongelijkheid en uitsluiting gaat het om het versterken van de stem van burgers, met name de stem van de grootste groepen die zich buitengesloten voelen: vrouwen, jongeren en minderheden. Elementen voor die aanpak worden in de notitie genoemd: versterken van het sociaal contract, kritische dialoog met overheden, inclusief bestuur, het versterken van maatschappelijke organisaties als effectieve verdedigers van de rechten en belangen van burgers, en de civic space die nodig is voor het functioneren van die organisaties en voor de veiligheid van burgers. Deze elementen staan nu echter verstrooid over de BHOS-notitie. Onze oproep is om deze inhoud de basis te laten zijn van een samenhangende strategie voor fragiele gebieden, aanvullend op de genoemde punten met betrekking tot de werkwijze in fragiele gebieden. De Afrika strategie en de Rijksbrede Veiligheidsstrategie die op dit moment worden (mede) ontwikkeld door de Minister bieden goede gelegenheid voor deze verdere uitwerking.
4 juli
Maandag gaat de Tweede Kamer met Minister Schreinemacher in debat over de nota. Het is één van de laatste debatten voor het zomerreces. In deze eindsprint voor de zomer moedigen we graag de Kamer aan om zich in te zetten voor een meer concrete inzet op gender gelijkheid, klimaatadaptatie en ondersteuning van de meest fragiele staten.