Irak: 10 jaar na de Jezidi genocide
Het is alweer 10 jaar geleden dat de genocide op de Jezidi bevolking in Noord-Irak eindigde. Helaas is de situatie voor de meeste overlevenden nog steeds schrijnend. Honderdduizenden mensen zijn ontheemd en getraumatiseerd. Gebrek aan financiële middelen bedreigt de voortzetting van de humanitaire programmering in het gebied. Sarah Easter van CARE bezocht twee kampen waar Jezidi worden opgevangen (Kamp Sharya met 12 duizend mensen en kamp Essyan met 11 duizend mensen). Vier vrouwen vertelden hun verhaal.
Adana (naam veranderd om veiligheidsredenen), 25.
“Ik werd een jaar en zeven maanden vastgehouden met drie van mijn zussen. Het was elf uur ‘s ochtends toen ze met vrachtwagens kwamen en mensen op de vrachtwagens begonnen te trekken. Waar we werden vastgehouden was niet genoeg voedsel of water. Na 19 maanden ontsnapten we in het midden van de nacht terwijl het regende. De eerste keer dat ik weer kon douchen, geloofde ik niet dat het echt was. Nadat ik vrij was smaakte alles wat ik at elke dag zo heerlijk. Momenteel woon ik in een vluchtelingenkamp en ben ik dankbaar dat ik alles heb overleefd en in vrijheid kan leven. Desondanks is het leven nog steeds moeilijk. We missen basisvoorzieningen en ik wou dat er meer kansen voor ons waren. Mijn wens is om in waardigheid verder te kunnen leven en de trauma’s achter mij te laten.”
Foto: Adana was 15 toen ze werd ontvoerd en woont nu in een vluchtelingenkamp nabij Dohuk.
“We hebben lang stilgestaan vanwege het trauma dat we hebben meegemaakt. Maar we moeten voor onszelf kunnen spreken. Niemand anders zal voor ons spreken. Het verhaal zal uit onze eigen mond moeten komen.”
“Het leven in de kampen is zwaar en ik ben bang dat mijn tent ooit in brand vliegt.” De mensen in de kampen wonen in oude tenten met oude stoffen, die gemakkelijk vlam kunnen vatten. Bij temperaturen van ruim boven de 40 graden celcius bestaat het gevaar dat een brand zich verspreidt en naburige tenten raakt, aangezien deze heel dicht bij elkaar staan. Klimaatverandering, met extreme stijgende temperaturen en gebrek aan regen, legt nog meer druk op het toch al moeilijke leven in de kampen.
Nukan, 54.
“Ik ben erg dankbaar voor de steun die ik heb gekregen om mijn eigen winkel te openen. Zonder de steun zouden we sterven omdat we hier geen ander inkomen hebben. Het is in de zomer ontzettend warm in de winkel, maar omdat ik wil overleven, moet ik de hitte verdragen. Sommige mensen zeggen dat het een schande is om als vrouw te werken, maar ik schaam me er niet voor dat ik voor mezelf en mijn man kan zorgen. Bedelen om eten en kleding, dat zou nog veel erger zijn.
Foto: Nukan in de winkel die zij mede dankzij CARE heeft geopend.
Anoniem citaat.
“Ik kom elke dag van de week een uur naar de sportschool. Het helpt me om stress te verminderen en fit te blijven. Door het trainen heb ik het gevoel dat ik nu meer energie heb. Voorheen hadden we niets te doen, maar nu kunnen we ergens heen. Het is een positieve verandering voor ons vrouwen. We wisselen ideeën uit en kunnen netwerken, het doet me goed om hier te komen.”
Containers met fitnessapparatuur voor vrouwen van onze partnerorganisatie Lotus Flower en CARE zijn in het kamp neergezet. Er is ook een vrouwencentrum in de vorm van een bibliotheek en een computerruimte
Foto’s: een container waar vrouwen kunnen trainen.
Hetav, 21.
“Het was 3 augustus om 15.00 uur toen de geweerschoten begonnen. Mijn familie werd gescheiden toen we vluchtten. Een van mijn ooms is nog steeds vermist. Inmiddels beschouwen we hem als dood. Mijn oma stierf vanwege de stress en shock van wat er met haar familieleden is gebeurd. Ze waren stervende en gevangengenomen. Iedereen sterft op een dag, maar op deze manier sterven is gewoon verschrikkelijk. Toen we vluchtten, was het meest waardevolle dat ik met me mee kon nemen een foto van mijn grootmoeder. De rest lieten we achter. We gaven niets om materialistische dingen. We moesten overleven, dat was belangrijker.”
Hetav zit in het laatste jaar van de middelbare school (ze studeert overdag veel en concentreert zich het beste als ze op en neer loopt). Ze heeft dwerggroei en was 11 jaar oud toen zij moest vluchten met haar familie. Haar familie werd verteld dat ze Hetav vanwege haar handicap achter moesten laten. Inmiddels heeft ze, via een CARE-partner, bedrijfsmanagementtrainingen gevolgd maar mist ze mogelijkheden om te kunnen werken.
Foto: Hetav, 21, was 11 jaar oud toen ze moest vluchten voor het geweld.
Sarah Easter, CARE Duitsland:
“Tien jaar na de genocide op de Jezidi’s is de situatie van overlevenden in vluchtelingenkampen voor intern ontheemden in Noord-Irak alarmerend: hulpprojecten lopen af, financiering ontbreekt, de publieke belangstelling neemt af en er zijn nauwelijks donaties. Eén vrouw vertelde me dat ze in het ontheemdenkamp zal blijven tot ze de laatste persoon daar is. Want als ze in het kamp slaapt, weet ze dat ze de nacht zal overleven. De afgelopen tien jaar hebben de Jezidi hun levensonderhoud opgebouwd, voor hun rechten gevochten en trauma overleefd. Dit wordt hen nu ontnomen. We mogen de Jezidi-gemeenschap niet vergeten.”
“De genocide tegen de Jezidi’s tien jaar geleden heeft honderdduizenden mensen ontheemd en getraumatiseerd. Nu, tien jaar na het geweld vertelde een vrouw me dat de genocide voor hen nog steeds niet voorbij is. Want zolang ze in kampen leven worden hun familieleden nog steeds vermist en leven ze leven dagelijks met het trauma. Daarom is het zo belangrijk dat de ontheemden adequate psychologische begeleiding krijgen en de kans krijgen om in waardigheid en veiligheid te leven. Het gebrek aan financiële middelen in Noord-Irak brengt de continuïteit in gevaar van humanitaire projecten en moet dringend worden uitgebreid, zodat elke Jezidi de hulp krijgt die ze verdienen.”
Foto: Sarah Easter, in kamp Sharya.