Gaza: “Iedereen die sinds 7 oktober nog leeft zou een nieuwe geboorteakte moeten krijgen”
Door Johanna Wynn-Mitscherlich en Yousef Ruzzi
Niets is normaal meer voor gezinnen in Gaza. Hun levens zijn volledig verwoest door de voortdurende belegering en bombardementen, wat heeft geleid tot het lijden en ontheemd raken van miljoenen mensen. Er is geen gewoon leven meer.
Hoe ziet het leven onder deze omstandigheden eruit? Mensen ervaren een constante dreiging van geweld, moeten wanhopig zoeken naar basisbehoeften en zijn niet in staat om lang op dezelfde plek te blijven. De wens om hun kinderen te zien lachen of een moment van rust te hebben is bijna onvoorstelbaar geworden.
Yasmin, Zenab, Basem en Sara hebben ieder op hun eigen manier de wrede impact van de oorlog op hun leven doorstaan. Deze verhalen zijn uniek in de details, maar samen schetsen ze een beeld van zowel het lijden en als de veerkracht van mensen in Gaza.
Yasmin
Yasmin*, een 33-jarige verpleegster en logopediste, leefde een fijn leven met haar man en vier kinderen in het noorden van Gaza totdat de oorlog hen dwong om meerdere malen te vluchten. Onlangs sloegen Yasmin en haar gezin voor de zesde keer op de vlucht, dit keer vanuit Rafah. Op dit moment is alles onzeker – ze zijn ondervoed en leven in constante angst.
“Mijn kinderen en ik zijn vel over been,” zegt Yasmin. “Al mijn kinderen zijn ondervoed en hebben de hele tijd honger.”
De dag dat ze in oktober hun huis moesten verlaten was hartverscheurend. Hun huis werd gebombardeerd, waardoor ze vast kwamen te zitten onder het puin. Yasmin en haar kinderen raakten ernstig gewond. Met name haar zoon liep zware verwondingen op. Zo heeft hij niet alleen granaatscherven in zijn hele lichaam, maar ook ernstig gezichtsverlies.
“Het is zo pijnlijk om alles achter te moeten laten.”
Yasmin, een 33-jarige verpleegster en logopediste.
De afgelopen zeven maanden hebben fysieke en mentale littekens op Yasmin en haar gezin achtergelaten. “Ik zou willen dat ik ze weer kon laten lachen,” zegt ze.
Het gezin moet het doen met minimale rantsoenen: slechts twee blikjes tonijn en een blikje vlees voor de hele dag. Het gebrek aan voldoende water maakt hun lijden nog erger. Er is alleen zout water beschikbaar, wat vaak leidt tot buikpijn en andere problemen.
Hun huidige leefomstandigheden zijn verschrikkelijk. Omdat er geen goede sanitaire voorzieningen zijn in het kamp waar ze wonen, kocht Yasmin een emmer voor het gezin. Ze is continu waakzaam en klaar om op elk moment te vluchten als de dreiging van een bombardement zich weer voordoet.
De grenssluiting bij Rafah op 7 mei heeft de situatie voor vele mensen verslechterd. Als gevolg kon er maar een minimale hoeveelheid humanitaire hulp Gaza in, wat het tekort aan voedsel en de medische crisis heeft verergerd. Zo is Yasmin wanhopig op zoek naar een manier om het verslechterende gezichtsvermogen van haar zoon te behandelen en haar kinderen te voeden.
Van alle keren dat Yasmin en haar gezin een plek noodgedwongen moesten verlaten, was het ontvluchten van Rafah de meest traumatische verplaatsing, vol angst en onzekerheid. “Het was heel beangstigend om Rafah te verlaten, de bommen te horen vallen en niet te weten of we het veilig zouden redden,” zegt ze.
Te midden van alle chaos houdt Yasmin zich vast aan een simpele, maar diepe wens: “Mijn grootste wens is om mijn kinderen weer te zien lachen. Ik wil dat we weer lachen! Er is geen vreugde.”
Zenab
Voor Zenab*, een 33-jarige moeder uit Gaza-Stad, heeft het voortdurende conflict alles veranderd. Ze vluchtte naar Khan Younis om daar in een tent te wonen. Terwijl ze voor haar driejarige dochter Lila* zorgde, kreeg ze te maken met een zwangerschap met een hoog risico.
“Een van de ergste dagen van mijn leven was waarschijnlijk toen we voor het eerst ons huis moesten verlaten,” zei ze. “Het was rond 2 uur ‘s nachts toen onze buurt werd gebombardeerd. Alles om ons heen was stof en vuur.”
Duizenden andere mensen hebben hetzelfde als Zenab meegemaakt. Sinds het begin van het conflict zijn 87 duizend huizen verwoest en 297 duizend huizen aanzienlijk beschadigd. Volgens een VN-rapport zou het minstens 80 jaar duren om weer op het aantal woningen van voor het conflict te komen. “Zelfs in het meest optimistische scenario, waarin een vervijfvoudiging van bouwmaterialen wordt toegestaan in Gaza, zou het tot 2040 duren om de volledig verwoeste wooneenheden te herbouwen,” aldus het rapport.
Niet alleen een veilig onderdak, maar ook andere eerste levensbehoeften zoals schoon water en voldoende voedsel zijn een luxe geworden en zijn voor velen buiten bereik.
“Ik ben zwanger sinds het begin van de oorlog acht maanden geleden. Het is de moeilijkste tijd van mijn leven geweest,” zegt Zenab. “Voor mij als zwangere vrouw is er nauwelijks gezondheidszorg, geen goede hygiëne en sanitaire voorzieningen en niet eens een geschikt matras om op te slapen.”
“Ik ontdekte op 4 oktober dat ik zwanger was. Ik had drie dagen om me gelukkig te voelen, toen begon de oorlog.”
Zenab*, een 33-jarige moeder uit Gaza-Stad.
Zenabs dagen draaien om overleven: ze zoekt naar water en voedsel, terwijl ze haar dochter Lila probeert te beschermen tegen de harde realiteit van hun leven. Ze zegt dat Lila zich er niet van bewust is dat hun thuis niet meer bestaat. “Lila blijft me vragen wanneer we weer naar huis gaan,” zei ze. “Ze vraag me wanneer ze weer met haar speelgoed kan spelen.”
Zenab wordt gesteund door haar familie. Hun aanwezigheid draagt bij aan haar veerkracht. Terwijl Zenab zich voorbereidde op de geboorte van haar tweede kind, voelde ze zich zowel wanhopig als hoopvol. Ze verlangt naar het einde van het conflict, niet alleen voor haar eigen gezin maar voor de toekomst van iedereen die lijdt onder de huidige omstandigheden.
“Wat me goed doet is dat ik nu tenminste meer familie om me heen heb. Ze helpen me enorm en ik ben blij dat ik niet meer alleen ben,” zegt ze. “Mijn grootste wens is dat de oorlog stopt. Ik wil in vrede bevallen.”
Op 3 juni, nadat CARE met Zenab sprak, is zij bevallen van een gezonde dochter. Door ruimtegebrek in het ziekenhuis moest ze twee uur na de operatie vertrekken.
Basem
Het leven van Basem*, 48 jaar, en zijn familie is verwoest door de oorlog. Met zijn bachelor in boekhouding had Basem, voormalig boekhouder voor de overheid, een comfortabel leven opgebouwd. Hij was vooral trots op het huis dat hij zelf had gebouwd. “Het huis waar we in woonden heb ik met mijn eigen handen gebouwd – steen voor steen,” zegt hij.
Nu wordt Basem, net als vele anderen, geconfronteerd met een realiteit waarin voedsel en water schaars zijn en veiligheid een vage herinnering is. “Mijn kinderen hebben honger en willen eten. Ik heb vaak dagen niks te eten,” zegt hij. Maar de impact van de oorlog op zijn familie gaat verder dan het fysieke.
“De oorlog heeft alles veranderd. Voor mij zou iedereen die sinds 7 oktober nog leeft een nieuwe geboorteakte moeten krijgen. Het is alsof er voor ons allemaal een nieuw leven is begonnen,” zei Basem, voordat hij beschreef hoe zijn familie ternauwernood aan bombardementen ontsnapte.
“Veel mensen waren gewond en we konden niet stoppen met hen helpen. Ik wist dat als we zouden stoppen, wij ook gewond zouden raken. Wat een keuze!”
Basem, 48, boekhouder en vader van twee kinderen.
Basems gezin eet slechts voedsel uit blik. Basem is bijna 30 kilo afgevallen. Ook zijn kinderen hebben veel gewicht verloren, het bewijs van de vreselijke omstandigheden waarin ze leven. “Er is ook geen water in dit gebied. De waterleidingen zijn vernield,” zegt hij. Tot nu toe heeft CARE meer dan 42 duizend liter water uitgedeeld, maar er is meer nodig.
De aanval op Rafah en de daaropvolgende grenssluiting had ook een grote impact op Basem en zijn gezin. Rafah, ooit een plek die ze als een tijdelijk toevluchtsoord beschouwden, veranderde plots in een onveilige en dure plek, waardoor Basem de wanhoop nabij was. “De aanval op Rafah heeft ons hard getroffen,” legt hij uit. “We dachten echt niet dat we opnieuw zouden moeten vluchten.”
Ondanks alles blijft Basem vastberaden. Hij droomt over het terugkeren naar normale omstandigheden en vrede, terwijl hij terugdenkt aan het leven dat ze ooit hadden. “Ik hoop echt dat we ooit weer in vrede kunnen leven. Ik denk steeds terug aan ons huis, mijn werk, de markt en de school naast ons. Alles was dichtbij en het leven was goed.”
Sara
Het leven van Sara*, een 36-jarige moeder van vier kinderen en voormalig ingenieur die ooit een bloeiend bedrijf runde en lesgaf aan kinderen, is drastisch veranderd sinds het begin van de oorlog. Sindsdien woont ze in tijdelijke woningen en worstelt ze met basisbehoeften. Ze vertelt over de grimmige overgang van een leven vol routine en comfort naar een onzeker leven dat draait om overleven.
“Voordat de oorlog begon, was ons leven goed. Mijn man en ik hadden allebei een leuke baan, we woonden in een mooi huis en onze vier kinderen gingen graag naar school en speelden ‘s middags met hun vriendjes,” zegt ze.
De oorlog heeft niet alleen hun huis verwoest, maar ook hun gevoel van normaliteit en veiligheid. “Toen we Rafah moesten ontvluchten, was dat de vierde keer dat we moesten inpakken en vertrekken sinds het begin van de oorlog,” zegt Sara. Ze beschrijft de paniek, angst en onzekerheid waarmee elke verplaatsing gepaard ging.
Sinds het begin van het conflict op 7 oktober zijn meer dan 36 duizend mensen gedood, onder wie 70 procent vrouwen en kinderen. Minstens 81 duizend mensen zijn gewond geraakt en meer dan 10 duizend mensen worden vermist.
“In Rafah konden we de eerste nacht dat we aankwamen geen onderdak vinden. Uiteindelijk verhuisden we naar een tent met mensen die we kenden uit Rafah,” zegt Sara. De overgang naar het leven in een tent bracht nieuwe uitdagingen en gezondheidsrisico’s met zich mee.
Voeding is een constante zorg geworden, omdat het gezin slechts kan eten wat er beschikbaar is, wat vaak alleen maar blikvoer en pasta is. “Mijn kinderen en ik hebben last van het prikkelbare darm syndroom, dus we letten altijd heel goed op wat we eten. Nu is er simpelweg niet genoeg voedsel, laat staan vers voedsel,” zegt Sara.
Maar de waterschaarste maakt hun dagelijkse strijd nog erger. “Het gebrek aan water is een ander groot probleem,” zegt Sara. Ze vertelt hoeveel moeite ze moeten doen om water te vinden dat ze kunnen drinken en gebruiken om te koken. “Het meeste beschikbare water is erg zout.”
“Sinds we in Khan Younis zijn aangekomen, hebben we geen steun meer gekregen – we weten dat de grenzen gesloten zijn en dat er geen hulp meer komt.”
Sara, 36-jarige moeder van vier kinderen en voormalig ingenieur.
Sara’s bezorgdheid gaat verder dan het overleven op de korte termijn. Zo maakt ze zich zorgen over de langetermijngevolgen voor het onderwijs en het welzijn van haar kinderen. “Mijn zoon zat in de tweede klas toen de oorlog begon en heeft nu moeite met lezen en schrijven.”
Ondanks de tegenslagen vindt Sara kracht in het samenzijn en de veerkracht van haar familie: “Ik ben er trots op dat onze familie bij elkaar blijft, dat mijn man en kinderen me helpen en dat we ons op de een of andere manier hebben aangepast aan dit nieuwe leven vol honger, stof en zand.”
Er is onvoldoende hulp
Nu er één grensovergang open is, doen CARE en andere humanitaire organisaties er alles aan om noodhulp het gebied in te krijgen. Op dit moment rijden er elke dag ongeveer 120 vrachtwagens met hulp Gaza binnen.
Tot nu toe heeft CARE meer dan 354 duizend mensen bereikt met humanitaire hulp in de vorm van water, hygiënepakketten, medische ondersteuning, en onderdak.
Volgens de Verenigde Naties zijn er tussen 7 en 27 mei in totaal iets meer dan duizend vrachtwagens volgeladen met noodhulp Gaza binnengekomen. Dit is alarmerend laag gezien de torenhoge humanitaire behoeften van de miljoenen mensen in Gaza.
CARE blijft pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren, de terugkeer van alle gijzelaars en de vrije doorgang van humanitaire hulp naar Gaza.
*Alle namen van genoemde personen zijn veranderd.