Gaza: Kinderen verliezen een heel schooljaar

Tienduizenden doden, massale ontheemding, extreme honger en dorst, besmettelijke ziektes, en de vernietiging van scholen, ziekenhuizen en andere infrastructuur. “Wij humanitaire hulpverleners hebben nooit eerder zo’n ernstige situatie gezien als in Gaza,” zei Deepmala Mahla, CARE’s Hoofd Humanitaire Actie, die eerder deze maand het oorlogsgebied bezocht en met eigen ogen zag hoeveel verwoesting het conflict veroorzaakt. “Elke dag sinds het begin van deze crisis word ik wakker met de gedachte dat het niet erger kan worden, en telkens weer realiseer ik me dat ik het mis heb.” 

Deepmala Mahla bekijkt de tekeningen van kinderen, die pal naast de veiligheidsinstructies voor bombardementen hangen. Foto: CARE

Evacuatie na evacuatie na evacuatie

Volgens de Verenigde Naties hebben meer dan 200 duizend Palestijnen al negen keer een evacuatiebevel gekregen sinds begin augustus. Op dit moment valt ongeveer 84 procent van de hele Gazastrook onder een evacuatiebevel.  

“We reden door het plaatsje waar mensen vanuit Khan Younis naartoe moesten vluchten en dit was niet alleen hartverscheurend, maar bijna surrealistisch om te zien. Honderden mensen liepen met alles wat ze hebben in plastic zakken en vuilniszakken,” zei Mahla.

“Soms keek ik naar een familie en dacht ik, iets klopt hier niet. Waarom loopt deze vader met drie kinderen? Waar is de moeder? Is ze nog in beeld of niet?”  

Deepmala Mahla, Hoofd Humanitaire Actie bij CARE

“Ik zag ouderen, mensen met een handicap en kleine kinderen die veel meer dan hun eigen lichaamsgewicht moesten dragen. Velen hadden geen schoenen aan. Kinderen droegen schoenen voor volwassenen. Pas later hoorde ik dat dat komt doordat schoenen nergens verkrijgbaar zijn,” zei Mahla.  

Maar als je het volledige plaatje bekijkt van alles dat kinderen in Gaza moeten missen, ontdek je al snel dat een paar passende schoenen slechts een klein puzzelstukje is. 

Een heel schooljaar voorbij, maar volledig gemist 

Sinds het begin van het conflict zijn 31 van de 36 ziekenhuizen in Gaza beschadigd of verwoest, wat een gigantische impact heeft op de gezondheidszorg. Daarnaast is bijna 90 procent van de scholen in Gaza beschadigd of verwoest, waaronder alle 12 instellingen voor hoger onderwijs. Scholieren en studenten in Gaza hebben nu al een heel schooljaar gemist.  

Een tentenkamp in Al-Mawassi, Khan Younis, waar honderdduizenden mensen wonen, maar waar geen belangrijke voorzieningen zijn. Foto: CARE

“Ik heb een gezin ontmoet dat al 21 keer is geëvacueerd. Ze hadden een baby van zes maanden oud, wat betekent dat de moeder zwanger was tijdens meerdere evacuaties. Ook hadden ze een tweeling, twee meisjes,” zei Mahla. “Toen ik ze ontmoette, woonden ze in een verwoest gebouw dat eruitzag alsof het ieder moment in elkaar kon storten. Zo gevaarlijk zag het eruit. Het gezin had maar weinig bezittingen. Een van hun dochters, nog maar een klein meisje, zat in de hoek en hield haar Mickey Mouse stevig vast. Hun moeder vertelde me dat haar dochter het bij iedere evacuatie niet aankon om haar speelgoed achter te laten. Dit is slechts een van de vele hartverscheurende verhalen.”  

Tekenen is een van de manieren waarop CARE psychosociale ondersteuning en bescherming biedt aan kinderen in Gaza die zich angstig en onveilig voelen, al meerdere keren zijn gevlucht, en continu worden geconfronteerd met het aanhoudende geweld. Door creatief bezig te zijn, hopen we dat kinderen hun gevoelens van angst, verdriet en bezorgdheid even los kunnen laten.

CARE biedt psychosociale ondersteuning aan kinderen door middel van creatieve activiteiten, zoals tekenen. Foto: CARE

“Ik heb kinderen alleen zien lopen, kinderen zonder begeleiding die hun hele leven op hun rug van plek naar plek moeten dragen,” zei Mahla. “Iedereen die ik sprak heeft minstens vijf keer moeten vluchten. Sommige mensen die ik ontmoette zijn zelfs al 25 keer geëvacueerd, waaronder zwangere vrouwen, kinderen en baby’s.” 

Deepmala Mahla in Deir al-Balah. Foto: CARE

Waarom humanitaire hulpverlening zo moeilijk is in Gaza

Volgens Mahla zijn er twee manieren waarop we beperkt worden in ons werk: “Aan de ene kant hebben we geen toegang tot de meeste delen van Gaza, en daardoor kunnen we vele mensen in nood niet bereiken. Waar we wel binnen Gaza heen kunnen, is de toegang inconsistent.”  

“We kunnen niet zomaar overal naartoe gaan. Humanitaire organisaties zijn het doelwit en worden aangevallen,” zei Mahla. “Volgens de Verenigde Naties zijn er sinds 7 oktober minstens 289 hulpverleners gedood in Gaza. Burgers en infrastructuur worden voortdurend aangevallen, waardoor we veel plekken niet kunnen bereiken. De risico’s zijn enorm en dit beperkt ons vermogen om levensreddende hulp te verlenen.”  

“Aan de andere kant worden we belemmerd in het aanvoeren van onze humanitaire voorraden,” ging Mahla verder. “Er zijn zoveel beperkingen wat betreft het binnenbrengen van hulpmiddelen als hygiënepakketten, waardigheidskits en medische apparatuur. We hebben bijvoorbeeld een lab met apparatuur, maar we mogen verdere benodigdheden niet meenemen.”  

Maar er is ook een derde enorme uitdaging: het leed van humanitaire hulpverleners. 

“Als humanitaire hulpverleners doen we ons uiterste best, maar één ding moet hier opgemerkt worden: humanitaire hulpverleners bij CARE en andere organisaties zijn zelf ook getroffenen van dit conflict. Veel van mijn teamleden in Gaza, ik zou zeggen bijna iedereen, hebben te maken met persoonlijk verlies, waaronder familie, vrienden en hun thuis.”  

Maar te midden van dit alles, is er nog steeds hoop.  

“Hoewel CARE al vaak levensreddende hulp heeft verleend in oorlogsgebieden, hebben we nog nooit zoiets als in Gaza meegemaakt,” zei Mahla. “Maar hier kan een einde aan komen. Ik geloof echt dat degenen die de macht hebben om de situatie te veranderen, dit nu kunnen stoppen en humanitaire hulpverleners in staat kunnen stellen om hun werk te doen.”  

Het belangrijkste is een staakt-het-vuren

Ondanks de ongekende uitdagingen, heeft CARE tot nu toe ongeveer 620 duizend mensen in Gaza kunnen voorzien van levensreddende hulp als voedsel, water, onderdak en medische zorg.

Maar, zoals Mahla met haar eigen ogen heeft gezien, de nood is nog steeds groot en verandert voortdurend. “Het conflict duurt al maanden, dus elke dag is de humanitaire nood hoger dan de dag ervoor – maar er komt niet steeds meer hulp binnen. Stel je de situatie eens voor: bommen blijven vallen, mensen blijven evacueren, en humanitaire organisaties zijn gedwongen om hulp te verlenen te midden van luchtaanvallen. Ondertussen nemen de behoeften toe, maar de voorraden slinken. Dus natuurlijk hebben we alles nodig. Het allermeest een staakt-het-vuren.”

Mahla was in het zuiden van Gaza voordat het evacuatiebevel van 8 augustus duizenden mensen in Khan Younis op de vlucht joeg – waarvan de meesten al meerdere keren waren gevlucht – en ze hoorde regelmatig luchtaanvallen rondom de buurt waar ze verbleef.  

“Terwijl ik hier vandaag in Khan Younis zit, terwijl de bommen over me heen vliegen, voel ik me verloren. Weer een school getroffen vandaag, weer een plek waar mensen een veilig onderdak zochten. Maar nu ik hier in Gaza ben, kan ik je vertellen: er is geen veilige plek.” 

CARE herhaalt haar oproep voor een onmiddellijk en blijvend staakt-het-vuren, de vrije stroom van humanitaire hulp, de evacuatie van zieken en gewonden, en de vrijlating van alle gijzelaars.