Situatie bevolking van Soedan verslechtert terwijl plantseizoen nadert
De situatie in Soedan verslechtert en de bezorgdheid over gezondheid en honger nemen toe, met onevenredig grote gevolgen voor vrouwen en meisjes. Inmiddels zijn er meer dan 600 doden, 5.100 gewonden, ongeveer 730 duizend mensen die binnen de eigen landsgrenzen op de vlucht zijn en nog nauwelijks operationele gezondheidsinstellingen.
Plantseizoen allesbepalend voor hongercrisis
Het conflict bedreigt nu ook het plantseizoen dat eind mei aanvangt. Als het seizoen wordt gemist, zal het aantal mensen dat honger lijdt verder toenemen – terwijl dat aantal vóór de huidige crisis al op 25 procent van de bevolking lag. Al voor het huidige conflict, ging een op de vier mensen in Soedan met honger naar bed. Deze extra bedreiging voor het Soedanese voedselsysteem, zal vrouwen het hardst treffen. Dit wordt onderstreept door een recente analyse van CARE Soedan, waaruit blijkt dat meer vrouwen dan mannen honger lijden in deze crisissituatie.
“Er moet een einde komen aan het conflict, zodat Soedanese boeren veilig naar hun velden kunnen terugkeren. Alleen dan kunnen zij zowel hun gezinnen als de gemeenschap in het algemeen ondersteunen.”
David Macdonald, landendirecteur van CARE Soedan
David Macdonald, landendirecteur van CARE Soedan, vertelt: “Door de aanhoudende crisis eten vrouwen minder. Vóór de huidige crisis had 42 procent van de huishoudens met een vrouw aan het hoofd minder voedsel, tegenover 31 procent van de huishoudens met een man aan het hoofd. Vrouwen spelen een sleutelrol in de voedselproductieketen, en door de huidige gevechten hebben zij geen toegang tot de boerderijen en landbouwproductiemiddelen om voedsel te produceren. Daardoor komen gezinnen en gemeenschappen niet aan voedsel. “Er moet een einde komen aan het conflict, zodat Soedanese boeren veilig naar hun velden kunnen terugkeren. Alleen dan kunnen zij zowel hun gezinnen als de gemeenschap in het algemeen ondersteunen.”
Boeren in Soedan stonden al voor het begin van het huidige conflict voor vele uitdagingen. Van beperkte toegang tot landbouwmiddelen tot de gevolgen van klimaatverandering, waaronder extreme droogte en overstromingen. Deze factoren hebben bijgedragen tot een lage landbouwproductiviteit en belemmerden de inspanningen om in Soedan zelfvoorzienend te worden op voedselgebied. Het gebrek aan voedsel heeft directe gevolgen voor zwangere en zogende moeders, omdat zij zelf ondervoed zijn. Dit draagt vervolgens bij aan een toename van de ondervoeding bij kinderen.
Iedere donatie is van betekenis en wordt daar ingezet waar de nood het hoogst is.
Soedan heeft een van de hoogste percentages van ondervoede kinderen ter wereld. Meer dan drie miljoen kinderen onder de vijf jaar zijn ondervoed en meer dan 610 duizend kinderen lijden aan ernstige, acute ondervoeding. Deze aantallen groeien; met name in gebieden waar het geweld toeneemt. Dit vormt een groot risico voor de volgende generatie in het land. Vooral omdat ernstig ondervoede kinderen geen toegang hebben tot gezondheidscentra. In Khartoem is 61 procent van de gezondheidscentra gesloten, en momenteel werkt slechts 16 procent op normale basis. Dat vormt een zware last bij mensen die voor zieke familieleden zorgen.
“Gezinnen hebben niets te eten, omdat ze hun boerderijen en land niet kunnen bereiken en zelfs niet genoeg voedsel uit de winkels kunnen halen. Gemeenschappen worden door het conflict gedwongen te vluchten. Soedan heeft duurzame vrede nodig en kan het zich niet veroorloven dit plantseizoen te missen.”
David Macdonald, landendirecteur van CARE Soedan
Nadia*, een inwoonster van Khartoem, woont samen met haar moeder die astma en diabetes heeft. Het voortdurende conflict heeft verwoestende gevolgen gehad voor Nadia’s familie omdat ze voortdurend gezondheidszorg voor haar moeder moet zoeken. “Toen de gevechten uitbraken, moesten we onze woonplaats ontvluchten, en ons zien te vestigen in de buurt van een gezondheidscentrum. Er zijn namelijk maar een paar operationele gezondheidsinstellingen. Die hebben niet alleen te weinig personeel en voorraden, maar ook te maken met enorme stroomonderbrekingen. Daardoor zijn veel voorraden aan medicijnen niet meer bruikbaar. Als vrouw is het eng om naar buiten te gaan omdat ik bang ben in het geweld terecht te komen, te worden lastiggevallen, aangerand of zelfs verkracht”, vertelt Nadia.
CARE vreest dat een langdurig conflict de kleine vooruitgang die is geboekt bij de bescherming van vrouwen en meisjes, vooral tegen gendergerelateerd geweld, verloren zal doen gaan. Vóór het conflict waren vrouwen en meisjes naar schatting 60 procent van de mensen die de meeste humanitaire hulp nodig hadden. Dit aantal zal verder toenemen als het geweld niet stoppen.
Wat doet CARE?
CARE Soedan blijft in vier van de zes regio’s met bestaande programma’s werken. Op 12 mei jl. was 80 procent van de activiteiten van CARE operationeel. Therapeutische voedingsprogramma’s voor kinderen gaan door, net zoals de steun aan zwangere en zogende moeders in 47 gezondheidscentra in Oost-Darfur, Kassala, Gedaref en Zuid-Darfur. In sommige van deze regio’s ondersteunt CARE meer dan 5 duizend vrouwen met zaden, landbouwmiddelen, kunstmest en veeteelt.
Ondanks deze voortzetting van noodhulpverlening, is er nog veel meer nodig. “Nu het conflict bijna een maand duurt, blijven we oproepen tot ongehinderde toegang voor humanitaire hulpverleners. Humanitaire organisaties kunnen niet effectief werken zolang het geweld aanhoudt. Gezinnen hebben niets te eten, omdat ze hun boerderijen en land niet kunnen bereiken en zelfs niet genoeg voedsel uit de winkels kunnen halen. Gemeenschappen worden door het conflict gedwongen te vluchten. Soedan heeft duurzame vrede nodig en kan het zich niet veroorloven dit plantseizoen te missen”, aldus David Macdonald.
*- Naam veranderd om identiteit te beschermen.