Soedan: Moeders en kinderen in crisis  

Maria knielde op het hete, zachte oppervlak om te graven. De eerste schep zand was het makkelijkst om op te tillen. Ze had dorst, zo’n onvoorstelbare dorst. Ze was aan het sterven. 

Maria en haar dochter Imtias, 12 uur nadat zij in Tsjaad aankwamen. Foto: CARE/Sarah Easter

Maria wist niet waar ze was. Ze had het op een rennen gezet, net als haar buren, en nu zocht ze naar water in een droge, lege wildernis die later de grens tussen Soedan en Tsjaad bleek te zijn. 

Ze had geen gereedschap, dus gebruikte Maria haar blote handen om te graven. Het zand gleed door haar vingers. Hoe dieper ze groef, hoe dichter en zwaarder het zand werd – en hoe meer kracht ze met moest gebruiken om het zand te verplaatsen. Met elke schep voelde ze haar kracht wegebben. Toch bleef ze graven. Dertig centimeter. Een meter. Haar ademhaling werd oppervlakkiger en ze werd steeds duizeliger. 

“Twee dagen geleden heb ik voor het laatst gedronken. Zes dagen geleden heb ik voor het laatst gegeten.”

Maria, 20 jaar

Ernstige uitdroging begint met een droge mond en hoofdpijn, daarna krijg je uitgedroogde lippen. Je ademhaling wordt snel en oppervlakkig, vervolgens word je duizelig. Je hele lichaam raakt uitgeput, waardoor alles vertraagt. Bewegingen worden traag en gedachten versuffen. De lichaamsfuncties nemen geleidelijk af totdat er geen kracht meer over is. Dan krijgt angst de overhand. Maria was al voorbij dat stadium – ze voelde dat ze in de laatste fase zat. 

Eindelijk voelde het zand vochtig aan. Na nog een paar scheppen verscheen er een kleine plas water. Maria vormde onmiddellijk een kommetje met haar handen en dronk. Het water stroomde door haar uitgedroogde keel. Meteen daarna probeerde ze haar dochter Imtias wat water te geven. 

De strijd om water in de wadi 

Een meisje verzamelt water door diep in het zand van de wadi te graven. Dit is hoe Soedanese vluchtelingen aan water komen. Ze hebben geen gereedschap en gebruiken daarom hun blote handen, terwijl ze al verzwakt en uitgeput zijn. Foto: CARE/Sarah Easter

Maria is twintig jaar oud. Ze vluchtte uit haar dorp in Darfur en probeerde zo ver mogelijk weg van het geweld en de bommen te komen. Veel van de mensen om haar heen waren moeders, net als zij. En net als die vrouwen droeg Maria haar jonge kind op haar rug, vastgebonden met het enige bezit dat ze had meegenomen: een dun stuk stof. 

De baby was heel stil – ze was gestopt met huilen. 

Maria legde uit dat de meeste baby’s niet bewogen of geluid maakten tijdens de tocht. De vrouwen wisten vaak niet of hun baby’s niet genoeg water voor tranen in hun lichaam hadden of niet genoeg kracht om te huilen – of dat ze dode kinderen op hun rug droegen. 

De grootste hongercrisis ter wereld  

Met financiële steun van de Europese Unie richt CARE zich op het verbeteren van de gezondheid en voeding van kwetsbare groepen, met name kinderen onder de vijf jaar en zwangere of zogende vrouwen. Zo bieden we gratis toegang tot kwalitatieve eerstelijnsgezondheidszorg, waaronder behandeling van acute ondervoeding. Foto: CARE/Sarah Easter

Maria en Imtias zijn slechts 2 van de twaalf miljoen mensen in Soedan die uit hun huis zijn verdreven, zowel binnen het land als naar buurlanden zoals Tsjaad. Door het geweld heerst in Soedan de grootste ontheemdingscrisis ter wereld. Het land draagt nog een andere tragische titel: de grootste hongercrisis – bijna de helft van de bevolking kampt met een acuut voedseltekort. Vrouwen en meisjes worden onevenredig hard getroffen.

Door het geweld zijn in de regio Darfur duizenden mensen om het leven gekomen, belangrijke infrastructuur zoals wegen, ziekenhuizen en scholen beschadigd geraakt, en de dagelijkse leefomstandigheden een werkelijke nachtmerrie. 

Essentiële middelen zoals voedsel, water en brandstof zijn schaars. Wat er wel te koop is, is onbetaalbaar. De belegering van El-Fasher – de hoofdstad van Noord-Darfur waar 500 duizend mensen wonen – zorgt sinds april 2024 voor nog meer lijden in de regio. Zo stelde de Integrated Food Security Phase Classification (IPC) vast dat er hongersnood heerst in Zamzam, een vluchtelingenkamp 16 kilometer ten zuiden van El-Fasher. 

Maria en de meeste andere vluchtelingen wisten niet dat kampen zoals Zamzam bestonden. Sommigen wisten zelfs niet dat Tsjaad bestond. Ze waren gewoon op zoek naar veiligheid. Ze vluchtten niet met een vast doel of een duidelijk plan; ze vluchtten omdat ze niets anders konden doen. Ze volgden slechts hun eigen voeten. 

Een vluchtelingenkamp zoals Zamzam had een relatief veilige verblijfplek kunnen zijn voor Maria en Imtias – maar zij, evenals de andere dorpsbewoners, wisten niet eens dat het bestond. 

Wat doet CARE in Soedan?  

CARE is sinds 1979 actief in Soedan. We bieden hier niet alleen noodhulp, maar werken ook aan structurele ontwikkeling, waarbijwe ons speciaal op de behoeften van vrouwen en meisjes richten. 

We hebben sinds januari 2024 al meer dan 1,25 miljoen mensen met humanitaire noodhulp bereikt. Zo ondersteunt CARE 83 gezondheidscentra door heel Soedan, waar wij onder meer levensreddende gezondheidszorg en voedsel verstrekken aan de bevolking die dit het hardst nodig heeft. Daarnaast bieden we bescherming, schoon drinkwater, hygiënepakketten en medische zorg aan vluchtelingen en ontheemden.