“Niemand durft naar huis te gaan.” Vier dagen na de dodelijke aardbevingen in Turkije en Syrië
“De gebouwen zijn nog steeds niet veilig. Soms gaan mensen even terug om een paar spullen op te halen, maar dat is alles. Meer kun je op dit moment niet riskeren.” Rami Araban van CARE Duitsland doet verslag vanuit Gaziantep, Turkije.
Programmamedewerker Rami Araban van CARE Duitsland zit met zijn familie in een tijdelijk onderkomen in Gaziantep, de stad in het zuiden van Turkije, waar afgelopen maandagochtend vroeg een aardbeving met een kracht van 7,8 op de schaal van Richter plaatsvond.
Honderden naschokken hebben de regio de hele week nog geteisterd. Overheidsfunctionarissen schatten vanaf donderdagochtend dat het dodental op zo’n 20 duizend zal uitkomen.
“Niemand kan op dit moment terug naar de appartementen, omdat het niet veilig genoeg is”, zei Araban. “Als ik met de families praat die hier verblijven, geven de meesten van hen aan dat het hun doel is om de stad te verlaten. Er is geen andere mogelijkheid om hier te blijven.”
Deskundigen van de Verenigde Naties zeggen dat de eerste 72 uur na een aardbeving cruciaal zijn voor overlevenden. Volgens de Turkse regering zijn er sinds maandag meer dan 100 duizend reddingswerkers ingezet in de regio.
Donderdagochtend meldden de Verenigde Naties dat het eerste hulpkonvooi dat naar het buitenland vertrekt, vanuit Turkije is vertrokken naar Syrië om daar miljoenen mensen te helpen die het al moeilijk hebben.
“Noordwest-Syrië, waar meer dan 60 procent van de mensen binnen hun eigen landsgrenzen op de vlucht is, werd al geconfronteerd met ramp op ramp. Mensen kregen onder meer te maken met een cholera-uitbraak die de toegang tot schoon water beperkte. Daarnaast heerste er al een immense behoefte aan schuilplaatsen, en de winterstorm die daar overheen kwam, heeft ook voor extra leed gezorgd.”
Nirvana Shawky, CARE’s regionale directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika
Ondanks dat er vooruitgangen worden geboekt, blijft de hulpverlening door vrieskou en geblokkeerde wegen zeer moeilijk.
In het tijdelijke onderkomen van programmamedewerker Rami Araban, van CARE Duitsland, blijft de situatie urgent, hij vertelt:
“Sinds gisteren is het aantal mensen hier in de collectieve opvang verdubbeld”, vertelt Araban. “Veel mensen kunnen niet meer in hun auto slapen. Voor een nacht was het te doen, maar dat hou je niet lang vol.”
“De nood is hier ontzettend hoog. Er zijn bijvoorbeeld maar zes toiletten voor enkele honderden mensen. Velen moeten gewoon de tuin in, en de meesten gaan dan alleen ‘s nachts. Of je moet een uur of langer wachten voor het toilet.”
“De hygiënische situatie is zeer slecht. Binnen in de gezamenlijke opvanglocatie is overvol met mensen, maar er zijn geen ramen. Je gaat naar buiten om een frisse neus te halen en gaat daarna weer terug naar je plek.”
“Er wordt voedsel uitgedeeld, zoals soep, en mensen krijgen ook dekens. Maar er is helaas niet genoeg voor iedereen”, vertelt Araban.
Ondanks de moeilijkheden beschouwt Araban zichzelf als relatief gelukkig.
“Ik weet niet hoe mensen die helemaal geen geld hebben en geen mogelijkheid hebben om voedsel te zoeken in de stad, nu kunnen overleven,” zegt Araban.
“Gelukkig is mijn familie groot. Maximaal drie mensen blijven bij ons thuis, en maximaal drie anderen gaan op zoek naar voedsel of naar winkels die open zijn. Dat neemt veel tijd in beslag.”
“Eén team gaat op zoek naar spullen, en het andere team blijft bij de spullen die we hier hebben en wacht tot er voedsel wordt uitgedeeld.”
Ondertussen zijn er nog steeds duizenden mensen kwetsbaar voor instortende gebouwen, schaars voedsel en vriestemperaturen. Velen slapen nog buiten of in hun auto.
CARE Turkije en haar partners geven voorrang aan het leveren van noodzakelijke goederen aan mensen in nood, zoals tenten, matrassen, dekens, schoon drinkwater, babyvoeding en thermische kleding. CARE bereidt zich ook voor op een mogelijke toestroom van binnenlandse vluchtelingen uit het noorden van Syrië die naar gebieden reizen waar CARE en haar partners actief zijn om ook hulp te kunnen krijgen.
Ondertussen zijn er nog steeds duizenden mensen kwetsbaar voor instortende gebouwen, schaars voedsel en vriestemperaturen. Velen slapen nog buiten of in hun auto.
De vrieskou, geblokkeerde wegen en uitgevallen communicatiemiddelen zullen het reizen naar een veiliger omgeving erg moeilijk maken.
“Mijn familie en ik proberen te vertrekken”, zegt Araban. “De treinstations en luchthavens zijn weer open, maar je moet wachten omdat je nu niets op internet kunt boeken. Bovendien is het al heel moeilijk om bij het treinstation te komen. En als er überhaupt nog taxi’s zijn, moeten we daar waarschijnlijk overnachten en wachten. Maar ik moet hoe dan ook terug naar Duitsland.”