Na de klimaattop: meer daadkracht nodig voor kwetsbare landen
De internationale klimaattop COP26 in Glasgow is achter de rug. Tijdens deze klimaattop werden stappen gezet om klimaatverandering tegen te gaan, maar de top biedt onvoldoende resultaat voor kwetsbare landen die het meest worden getroffen door klimaatverandering.
De twee weken durende klimaatconferentie in Glasgow begon positief: er waren aankondigingen over bijvoorbeeld het stoppen van ontbossing en het verminderen van de uitstoot van methaan. Nederland zelf ging onder grote druk over tot actie door mee te doen aan een initiatief om te stoppen met buitenlandse investeringen in fossiele brandstoffen. Toch zijn er belangrijke onderwerpen waarop veel te weinig is bereikt. Dat geldt zeker ook voor klimaatfinanciering.
Nederland: verhoog de klimaatfinanciering
Rijke landen hebben in 2009 beloofd om samen 100 miljard dollar beschikbaar te maken voor klimaatfinanciering. Daarmee kunnen arme landen de gevolgen opvangen van de klimaatverandering die zij niet zelf hebben veroorzaakt, maar waar ze wel het zwaarst onder lijden. Inmiddels zijn in 2020 volgens de VN de 8 ergste hongersnoden wereldwijd mede veroorzaakt door klimaatverandering. Van de 20 landen die in 2020 het meest kwetsbaar waren voor klimaatverandering vroegen er 13 om humanitaire hulp. Als we te weinig blijven doen tegen de opwarming van de aarde en voor de bescherming van kwetsbare landen, zullen steeds meer mensen worden geraakt door de desastreuze gevolgen van klimaatverandering.
Intussen laat de internationale steun op zich wachten. De belofte van 100 miljard dollar is bij lange na niet gehaald. Ook Nederland geeft te weinig. Uit nieuw onderzoek van CARE blijkt dat Nederland onderaan staat bij het verstrekken van aanvullende klimaatfinanciering aan ontwikkelingslanden. Dat komt doordat de Nederlandse publieke bijdrage aan klimaatfinanciering wordt betaald uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking. De allerarmsten betalen daardoor de rekening.
Ook het bedrag dat Nederland beschikbaar stelt is te laag. De Nederlandse bijdrage aan klimaatfinanciering is ongeveer € 1,3 miljard aan toezeggingen in 2022. Volgens de berekeningen van CARE zou onze klimaatfinanciering geen € 1,3 miljard maar € 1,7 miljard moeten zijn, gebaseerd op het economisch gewicht van Nederland. Bovendien zou Nederland de publieke klimaatfinanciering dus beschikbaar moeten maken bovenop het budget voor Ontwikkelingssamenwerking. Ook daaraan geeft Nederland te weinig: Nederland geeft slechts 0,53 procent van het Bruto Nationaal Inkomen, in plaats van de internationale norm van 0,7 procent.
Kansen voor het nieuwe kabinet
In Glasgow riep Nederland andere landen op om ons voorbeeld van klimaatfinanciering voor adaptatie te volgen. In plaats daarvan moet Nederland de eigen financiering op orde brengen om niet langer onderaan de ranglijst te bungelen. Een nieuw regeerakkoord biedt Nederland alle gelegenheid om echt een voortrekker te worden op klimaatadaptatie. Concreet: maak klimaatfinanciering beschikbaar bovenop het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Zorg dat de Nederlandse bijdrage in lijn is met het eerlijke aandeel in de beloofde 100 miljard. Verhoog het budget voor ontwikkelingssamenwerking naar het afgesproken percentage van 0,7 procent.
Leiderschap en inclusiviteit
CARE is enorm teleurgesteld over de inclusiviteit van deze klimaattop. Veel mensen uit armere landen konden niet reizen vanwege corona reisbeperkingen, er waren toegangsproblemen voor deelnemers uit het maatschappelijk middenveld bij onderhandelingsruimten en er was een ongelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. Gendergelijkheid moet juist een centraal onderdeel zijn van de aanpak van klimaatverandering, en ook in de besluitvorming moeten vrouwen een gelijkwaardige plek innemen.
“Het is duidelijk dat de internationale voortrekkersrol van Nederland voor adaptatie op het spel staat omdat we onze afspraken niet nakomen. De uitkomsten van Glasgow zijn een belangrijke duw in de goede richting. Om een voortrekkersrol te vervullen op klimaatfinanciering moet het nieuwe kabinet zorgen dat de basis op orde komt. Gemeenschappen die zich in de kwetsbaarste posities bevinden, ervaren de dramatische gevolgen van klimaatverandering nu al. Er is geen tijd te verliezen.”
Reintje van Haeringen, directeur CARE Nederland
Tijdens COP26 is afgesproken dat de klimaatfinanciering door rijke landen na 2025 wordt verdubbeld. Dit is een belangrijke stap, maar ze hadden het afgesproken bedrag ook nu al moeten nakomen. Als bestaande beloftes niet worden nagekomen zijn nieuwe afspraken weinig waard. Voor de volgende klimaattop in Egypte is er nog veel te doen zodat rijke landen zich aan hun verplichtingen houden.